Katrin Fridriks is een abstracte schilder die snelheid, zwaartekracht en de interacties van mensen met de natuurkrachten onderzoekt. Fridriks artistieke werk richt zich op de verkenning van natuurlijke fenomenen en de grenzen van menselijke behendigheid. Fridriks experimenteert met zowel technieken als de kracht en behendigheid van haar eigen lichaam en verlegt voortdurend de grenzen van schilderkunstige expressie. Ze heeft een reeks verschillende technieken ontwikkeld in verband met haar verkenningen, waarvan ze er vele nu combineert om kunstwerken te maken die echt uniek zijn.
Haar bekendheid is vooral te danken aan haar schilderijen en schilderkunstige installaties, waarvan er één is geïnstalleerd in het Olympisch stadion in Nîmes, maar ook landart is een belangrijk element van haar werk geweest. De presentatie van haar schilderkunstige creaties neemt vaak de vorm aan van locatiespecifieke installaties die de grenzen van de traditionele schilderkunst overschrijden. Omdat ze gebaseerd zijn op de verkenning van fundamentele ervaringen, zijn de werken van Fridrik meteen boeiend. Met verschillende lagen die zich in de loop van de tijd ontvouwen, is elke nieuwe contemplatie lonend en maakt plaats voor ontdekkingen.
Haar werken worden tentoongesteld op de Biënnale van Venetië - Palazzo Bembo, het Kjarval Museum, het Icelandic Art Center in Reykjavik, het Museum Arts Center in Seoul, de Biënnale van Liverpool. Haar werken bevinden zich in vele openbare en privécollecties. Fridriks heeft speciale opdrachten gekregen van Bentley 100th Year Anniversary, Frieze - London, Book Cover of Royal Award Winning Book Prize van Mark Miodownik, POW, Michael Goss Foundation, Ralph Lauren Foundation, Bacardi Martini, Land Rover en het Franse ministerie voor Jeugd en Sport.
„Als Fridriks de kleurstroom ombuigt, geeft ze ons een gevoel van controle. Haar vormen zien eruit alsof ze niet te controleren zijn. Ze zijn echter gecontroleerd. Ze bewegen niet. Wij hebben de touwtjes in handen. ”
„De schilderijen van Fridriks functioneren als sporen van processen en onveranderlijke resultaten. Hun complexiteit wordt gemaskeerd door hun schijnbare eenvoud. Ze beheersen wat niet onder de knie kan worden — zo lijkt het tenminste. Iets dat nog steeds in wezen mobiel, vloeiend en zelfs overvol lijkt te zijn, wordt letterlijk in elk ervan opgesloten. Maar dit is meer dan formalisme. Door de mobiliteit te fixeren, verzamelen de schilderijen energie. Deze energie komt vrij telkens wanneer een toeschouwer naar een van hen kijkt. Terwijl onze blik het pad van de verf volgt, reactiveren we de beweging die vervat zit in het creatieproces. Het schilderij werkt als opslagapparaat. ”
(Dr. Klaus Speidel, 2013)